Skip to main content
Zoeken

Afgerond doctoraatsonderzoek

Een overzicht van alle verdedigde doctoraten in de kunsten

Pol Dehert: Rochester's World: the world of a/the monkey. Een anatomie van de barokke theatraliteit

Het doctoraatsonderzoek van Pol Dehert had tot doel de interferenties bloot te leggen tussen het zeventiende-eeuwse visuele regime, de toenmalige kennistheoretische context en de artistieke praxis van het baroktheater. Uitgangspunt voor het onderzoek vormde het leven en werk van John Wilmot (1647-1680), bijgenaamd The Monkey en tevens graaf van Rochester aan het hof van Charles II. Diverse onderzoekers met een artistieke en/of wetenschappelijke achtergrond poogden het mentale, intellectuele en tactiele universum van de Monkey te reconstrueren vanuit drie invalshoeken: 1. een kunsthistorische waarbij gepoogd werd de visuele grammatica van de barok (en haar transhistorische doorwerking) bloot te leggen 2. een filosofische invalshoek waarbij gepeild werd naar de invloed van diverse dissidente intellectuele stromingen in het zeventiende-eeuwse Europa en 3. een wetenschapshistorische waarin gepeild werd naar de kennistheoretische invloed van diverse wetenschappelijke ontwikkelingen op het toenmalige visuele regime. Het werk van de Monkey werd dus radicaal ingebed in diens leefwereld. Op basis van de bevindingen die dit cultuurhistorisch onderzoek opleverde werd een interface aangemaakt die op een speelse wijze - conform de barokke poëtica - die gegevens beschikbaar en vooral bruikbaar maakte. Die interface werd het werkinstrument bij het eigenlijke artistieke onderzoek waarbij gepoogd werd de cultuurhistorische bevindingen concreet vorm te geven in een artistiek evenement.

Ira Goryainova: Interdisciplinary Body

Interdisciplinary Body is een artistiek onderzoek in en door middel van film. Het situeert zich rond de concepten van lichaam en interdisciplinariteit in het veld van de audiovisuele kunsten, met de focus op de twee categorieën in cinema - fictie en non-fictie - enerzijds, en het onderwerp van cinema - het lichaam, of de geportretteerde mens anderzijds. Beide concepten vloeien samen naar de kijker, die het geheel waarneemt en daardoor connectie kan maken of reflecteren over datgene wat hij of zij ziet. De relatie tussen de drie elementen - het geportretteerde lichaam, het waarnemende lichaam en de filmdiscipline - vormen de focus van het onderzoek. Op welke manier vervormt de perceptie van de kijker door het fictionele of non-fictionele karakter van een film? Hoe beïnvloedt de discipline waarin een film gemaakt is de zintuiglijke respons in de kijker? Is het mogelijk om die zintuiglijke ervaring te versterken of te manipuleren? In hoeverre is identificatie of empathie daarbij noodzakelijk?

In psychoanalytische filmtheorieën, die vaak uitgaan van de studies van Jacques Lacan, is het bioscoopscherm een soort van spiegel die de kijker in staat stelt zichzelf te identificeren met de protagonisten. Die identificatie met de personages wordt vaak gezien als een secundaire identificatie, achter de primaire, onbewuste identificatie met de camera. Daarnaast heeft recent wetenschappelijk onderzoek ontdekt dat kijkers alvorens zelfs te reflecteren éérst ‘voelen’ wat ze zien. Dat is mogelijk dankzij spiegelneuronen die in de hersenen worden geactiveerd terwijl we een actie op het scherm zien en die zich dan manifesteren in het lichaam van de kijker: de neuronen zenden signalen doorheen het zenuwstelsel naar de spieren en maken zo het verschil tussen ‘zien’ en ‘doen’ diffuus.

De beide aangehaalde cognitieve en neurologische noties in overweging nemende, wil Ira Goryainova een audiovisuele omgeving tot stand brengen waarin ze de imperatieve relaties tussen het lichaam op het scherm en dat van de kijker kan onderzoeken. De methodologie van het onderzoek bestaat uit twee kernprojecten - een documentaire- en fictiefilm - maar ook uit tal van langlopende audiovisuele experimenten en een discursief onderdeel.

Peter Krüger: N- The Madness of Reason

Het doctoraat in de kunsten 'N' biedt een verdiepende reflectie van de filmmaker Peter Krüger op het denk-en maakproces van zijn film N, The Madness of Reason. De film heeft tot doel het encyclopedisch denken te bevragen vanuit de confrontatie met de Afrikaanse realiteit en spiritualiteit (vnl. West-Afrika). Uitgangspunt van de film vormt het leven en werk van Raymond Borremans (1906 - 1988) die een unieke encyclopedie heeft geschreven, Le grand Encyclopédie de la Côte d'Ivoire. Zijn doel was de Afrikaanse werkelijkheid te objectiveren en te systematiseren. Hij heeft er zijn leven lang aan gewerkt, maar de publicatie is tijdens zijn leven niet verder geraakt dan de letter 'N'.

Het doctoraat is opgevat als een triptiek waarvan het middenpaneel bestaat uit de film zelf en de twee zijluiken uit teksten die de film op een verschillende manier proberen te ontsluiten. Het eerste luik traceert het onderzoek, het denkproces en het creatief proces dat aan de basis ligt van de film N, The Madness of Reason. We reconstrueren de gedachten van de maker die de geschiedennis van dit project hebben begeleid, van bij zijn ontstaan tot aan zijn afwerking en dit vanuit verschillende invalshoeken:

een historisch-biografische invalshoek: wie Raymond Borremans was?
een kennistheoretische invalshoek: op welke manier schrijft het werk zich in binnen de encyclopedische traditie van de Verlichting?
een sociologisch-antropologische invalshoek: in welke mate weerspiegelt Borremans zich vandaag in het hedendaagse West-Afrika?
een spirituele invalshoek: hoe kan de spirituele dimensie van de werkelijkheid op een niet-cognitieve en niet-koloniale manier in een film gerepresenteerd worden
een politieke invalshoek: is er een verband tussen het encyclopedisch denken en het gewelddadig identitair denken in Ivoorkust?
Tot slot de artistieke invalshoek: hoe laten deze bevindingen zich vertalen in een artistieke praxis?
Het tweede luik van het doctoraat bevat de persoonlijke filosofie én poetica van Peter Krüger als documentairemaker, waarbij wordt aangetoond hoe fictie en realiteit, het reële en het imaginaire, het zichtbare en onzichtbare twee kanten zijn van eenzelfde Werkelijkheid. Tot slot een hoofdstuk over de verwarrende verhouding tussen ethiek en esthetiek binnen de documentaire praxis en de rol die de documentaire filmmaker speelt in onze samenleving.

Sanja Mitrović: Representing post-communist experience and transformed conditions of labour in contemporary documentary theatre

Het doctoraatsonderzoek After the Fall maakt deel uit van een langetermijnproject in het veld van het documentaire theater dat tot doel heeft politieke en sociale omwentelingen te behandelen die zich de voorbije 30 jaar hebben voorgedaan – van de val van het communisme en de opkomst van het neoliberalisme als dominante globale ideologie, tot de recente ontwikkeling ervan tot ultra-conservatisme en neofascisme. Het doctoraatsonderzoek van Sanja Mitrović spitst zich toe op deze twee onderzoekslijnen:

1. De individuele en collectieve ervaring van transitie die leidt tot een wisseling van regime in voormalige communistische landen, ook in de maatschappelijke ontwikkelingen die op die omwenteling volgden. Bijzondere interesse is er voor de parallellen tussen de recente geschiedenis van landen uit het voormalige Oostblok, en de heersende communistische regimes in landen als Vietnam en China.

2. De verandering van het karakter en de waarde van arbeid sinds de digitale revolutie. Het begrip van wat arbeid is, hoe deze gestructureerd en beloond wordt, is radicaal veranderd de laatste drie decennia. Het onderzoek van deze transformatie dient niet enkel als lakmoesproef voor recente financiële en economische ontwikkelingen, maar ook als een prisma waardoor bredere sociale issues, zoals collectiviteit, gemeenschap en (on)gelijkheid voorwerp van reflectie kunnen worden.

De verbinding tussen beide onderwerpen is zowel historisch als structureel. Tijdens de negentiger jaren ging de ineenstorting van het communisme overal ter wereld samen met een ononderbroken – en grotendeels ongereguleerde – versnelling van digitale technologieën, die de grondslag legden voor nieuwe vormen van arbeid die, door automatisering, digitalisering en artificiële intelligentie, niet langer samengingen met (fysieke) werkkracht. Aan het einde van het decennium nam de zogenaamde Derde Industriële Revolutie ook andere aspecten van ons leven over.  Sanja Mitrović opende haar eerste e-mailaccount in 1999, het jaar waarin de NATO-interventie in het voormalige Joegoslavië een nieuw tijdperk inluidde van ongeautoriseerde militaire interventies en disproportionele machtsrelaties in de internationale gemeenschap. Vandaag is het moeilijk ons werk, vrije tijd of een sociaal leven in te beelden zonder e-mail of internet. Terzelfdertijd viel de snelle verspreiding van sociale media in de laatste 10 jaar grotendeels samen met de financiële crisis in 2008 en waar ze initieel een potentieel vormden voor onbeperkte democratische expressie is het resultaat, vandaag, een hele nieuwe populistische rechtervleugelpolitiek, een cultuur van onbevattelijkheid en een bijna totale vernietiging van elke claim op waarachtigheid of feiten. In beide gevallen diende technologische vooruitgang als voorbode van nieuwe stadia van digitaal, post-industrieel kapitalisme dat, zoals sommigen beweren, zal leiden tot een “wereld zonder werk”. Maar de concrete gevolgen zijn duidelijk: de ineenstorting van de rechten van de arbeiders, vakbonden en het klassenbewustzijn; de ongebreidelde exploitatie door ongereguleerd kapitaal; een sterk toegenomen kwetsbaarheid van individuele werkkrachten.

Voor documentair theater, een praktijk die probeert een begrip van de recente geschiedenis te articuleren, zijn deze thema’s relevant, zeker in een tijdsgewricht waarin de wereld binnen het leven van één generatie zo grondig veranderd is. Voor de documentaire theatermaker Sanja Mitrović biedt een intensiever onderzoek van deze ontwikkelingen – en van hun onderlinge relatie – de mogelijkheid om:

1. haar artistieke praktijk te verrijken door deze thematiek te gebruiken in nieuwe projecten als historische en theoretische achtergrond voor een voortdurend experiment met esthetische werkwijzen, live-event technologieën en representatieve strategieën die de aard en de kwaliteit van beleefde ervaringen (in de werkelijkheid) in vraag stellen en deze vertalen naar een theatrale vorm.
2. mijn kennis over documentair theater te vergroten door de geschiedenis van dat theater in de laatste 30 jaar te onderzoeken vanuit het perspectief dat het documentair theater heeft gekozen – binnen een bredere onderzoek van de noties van de waarheid, van het geheugen en van de realiteit als zodanig – om deze problemen aan te pakken.
3. verschillende lesmethodes uit te testen door ze te hanteren als conceptuele kaders en casussen in het academische en praktische curriculum van studenten theaterregie.

Dit onderzoek resultereerde in volgende realisaties:
1. twee theaterproducties, ontwikkeld rond en in relatie met het onderzoek, samen met een reeks videodocumentaires of live performances.
2. een publicatie die het documentaire theater sinds de val van het communisme behandelt, met name van de pogingen in het documentair theater om uitdrukking te geven aan deze ervaring. Dit wordt een combinatie van een historische enquête en een kunstenaarsboek, waarin de documentatie van het onderzoek afgewisseld wordt met persoonlijke reflecties over het proces en de onderzochte thema’s.
3. een publicatie die historische en hedendaagse strategieën onderzoekt om de ervaring van arbeid in het theater te representeren, en de oorzaken waardoor deze ervaring getransformeerd is in de voorbije 30 jaar. Dit wordt een combinatie van een historische enquête met een “handleiding” voor een reeks van workshops die dit thema behandelen in performatieve en discursieve oefeningen.
4. een muzikale uitgave die elementen samenbrengt uit een audioarchief dat ontwikkeld werd als deel van het onderzoek met muziek die gecreëerd werd voor nieuwe theaterproducties.

Peter Van Goethem: De filmregisseur als archivaris

Het doctoraatsproject in de kunsten De filmregisseur als archivaris onderzoekt aan de hand van bestaand archiefmateriaal de relatie tussen de feitelijke en artistieke representatie van geschiedenis. Aan de basis van het onderzoek ligt de collectie van archieffilms over Brussel uit het Koninklijk Belgisch Filmarchief Cinematek. Dit archiefmateriaal heeft Peter Van Goethem in zijn artistiek onderzoek op verschillende manieren aangewend.

Een eerste uitdaging was om, voor de dvd Brussel gefilmde stad, een selectie van archieffilms te maken uit de collectie van Cinematek over Brussel. Een selectie die Brussels verleden illustreert, historisch en esthetisch. Als redacteur van de dvd speelde Peter Van Goethem de rol van archivaris en in die zin bleef hij trouw aan het originele materiaal, zowel vanuit historisch als vanuit esthetisch oogpunt.

Als onderzoeker en filmmaker zag hij er hiernaast een uitdaging in om, vertrekkend van hetzelfde archiefmateriaal over Brussel een fictiefilm te realiseren. Het resultaat is de found footage film Night has come. De film is opgebouwd als een mozaïek van herinneringen van het hoofdpersonage. Het archiefmateriaal geeft visueel gestalte aan deze herinneringen. De manier waarop in de film herinneringen worden vormgegeven, is een metafoor voor de werking van het menselijk geheugen. Het geheugen van het hoofdpersonage is niet eenduidig. Zijn herinneringen zijn onderhevig aan selectie, vertekening, fragmentatie, herhaling en vergeten.

Een derde uitdaging lag ten slotte in het schrijven van het boek Restitutie. Daarin vertelt Peter Van Goethem het levensverhaal van Raymond Devaux, de maker van een reeks familiefilms die hij in de film Night has come gebruikt heeft. Met het boek Restitutie onderzoekt hij de verhouding tussen historische fictie en geschiedenis bij de representatie van historische bronnen. Daarnaast onderzoekt hij ook de verhouding tussen fictie en waarheid door beroep te doen op onbestaande bronnen, zoals het manuscript van Raymond Devaux, dat Peter Van Goethem zelf geschreven heeft, of op bestaand materiaal dat een nieuwe betekenis krijgt in een andere context, zoals zijn portrettenreeks Tipping Point, dat Devaux geschilderd zou hebben.

Ellen Vermeulen: De jongen onder het portret van de martelaar

Filmmaker Ellen Vermeulen verbleef in Koerdistan, Turkije, tijdens de stadsoorlogen van 2015 om een film voor te bereiden over jongeren op de drempel van het radicaal en gewapend verzet. De film zou de mogelijkheidsvoorwaarden verkennen die leiden tot een vertrek naar ‘de bergen’.

Maar de situatie was er bijzonder explosief: guerrillero's en opstandige jongeren hadden verschillende Koerdische steden ingenomen, en dat leidde tot hevig tegengeweld van de staat.

Terugkerend van deze grens bleek de voorgestelde film onmogelijk te zijn. Het bespreken van deze ontwrichtende gebeurtenissen leek juridisch en ethisch complex, en in tussentijd verdwenen de personages: ze werden gedood, gevangengezet of keerden terug naar de bergen.

Hoe verwoord je een situatie die als volkomen hopeloos aanvoelt, en waar de erfenislast alle perspectieven dichtslaat? Hoe kunnen deze gebeurtenissen toch toegankelijk en deelbaar worden gemaakt? Hoe spreek je over deze cirkel van geweld?

Het artistieke onderzoek stelt vragen over de positie van de filmmaker in relatie tot de opstandige personages en de gebeurtenissen van toen.
Dit onderzoek werd gepresenteerd in de vorm van een tekst en een visueel essay, Restless Stones.

De jongen onder het portret van de martelaar. Narratieve strategieën om de cirkel van geweld te verbeelden, wanneer de noodzaak tot visualiseren op ethische grenzen botst.

Didier Volckaert: Otaku futurism/animated life

Mijn naam is Ellis, ik ben een kunstenaar/filmmaker en otaku.

Otaku is een Japanse term voor mensen met een ‘obsessieve’ interesse in Anime, Manga en Japanse pop/subcultuur. Het wordt vergeleken met een mentale ziekte; ‘men’ zegt dat we geperverteerd zijn door beeld (fantasieën) en moe, we zijn asociaal, beschikken niet over empathie of een zelfbewustzijn, we zijn drop-outs.

Voor mij echter is de otaku cultuur, want dat is het, geen symptoom van het huidige entertainment consumerism en al zeker geen ziekte. Het is een globale avant-garde die strategieën aanbiedt om stand te houden in deze tijden van stilstand en conservatisme, van censuur en kortzichtigheid. Otaku is geen vlucht van de realiteit, het is een bewuste keuze voor een betere fictie, een betere constructie dan de ‘echte’ wereld, die eigenlijk niks meer is dan de meest aanvaarde -en daardoor verspreide- fictie.

Vandaag worden we geconfronteerd met de eerste tekenen van een complexe, gelaagde en zeer dense, technologische leefomgeving, een Dickensiaanse toekomst. Nu al zijn realiteit en beeld (representatie) versies van elkaar. Wij otaku zijn ons daar bewust van en zien nu al beeld en leven als één: Animated life. Het is een instelling die ons in staat stelt om identiteit, seksualiteit en de relatie met technologie en toekomstige levensvormen, steeds opnieuw in vraag te stellen en heruit te vinden.

Animated life
is de relatie met een 2D betekenisvolle andere, je tweedimensionale zielsverwant. Deze liefde ontstaat op het moment dat voyeurisme beantwoord wordt met verleiding; het moment dat een (anime)karakter zich bewust wordt van de blik. Animated life wekt hij, zij of het, tot leven.

Ik onderzoek deze uitdagingen en creëer audiovisuele kunst en publicaties. Visuele antropologie op de eilanden van deze hedendaagse Crusoes.

Jan Vromman: “De geschiedenis van het varken -in ons-”. Handboek voor documentairemakers.

Ik schrijf ‘een handboek voor documentairemakers’. Dit is natuurlijk uitdagend, het zou betekenen dat er methodes, raadgevingen, regels bestaan voor de ‘goede’ documentaire. Het spreekt vanzelf dat het handboek eerder een boek vol vragen en bedenkingen is. Een poging om het documentairemaken holistisch te benaderen. De documentaire: ‘De geschiedenis van het varken (in ons)’ die naast het handboek spoort en ook in het handboek als ‘case’ wordt opgenomen; is analoog aan het handboek in de zin dat ook in de documentaire een holistische benadering aan de orde is. Zowel handboek als documentaire zijn gulzig, spreiden breed en zijn beschouwend.

De tussentitels die ik als structuur voor het handboek gebruik laten niets en alles aan de verbeelding over:
- Ars longa, vita brevis - proloog-
- Het schrijven van een handboek
- Hadden we niet af te rekenen met die verdomde god in onszelf, dan wilden we misschien wel
voortreffelijke mensen zijn!
- Schoonheid is!
- Een mens van goede wil…
- Het fictieve, het documentaire en de kunst
- Genres, stijlen en spraakverwarring
- Werkelijkheid, waarheid en waarachtigheid
- Het geluid van de muziek
- Sprekende geesten
- Een uitkijkpost voor jagers
- Lessen in documentairemaken -een handboek-
- Geld, L. v. Beethoven en het voorlopig einde
- Vermoeidheid, verstomming, biecht - epiloog-

Maurits Wouters: Het Bels Lijntje of de verbeelding van de herinnering. De analoge home video als artistieke strategie

Met het oog op het behalen van een Doctoraat in de Kunsten aan RITCS /VUB, verrichtte experimenteel filmmaker Maurits Wouters vier jaar lang artistiek onderzoek rond collectieve, vervagende herinneringen en de analoge filmesthetiek. Wouters vertrok daarbij van een collectie home video’s, gemaakt door de uitgewiste gemeenschap rond Het Bels Lijntje.

De in 1865 aangelegde spoorlijn Tilburg-Turnhout is sinds 1973 opgedoekt. In de volksmond werd het oude traject Het Bels Lijntje genoemd, naar de uitbater Grand Central Belge. De familiegeschiedenis van Maurits Wouters is nauw verbonden met het Bels Lijntje.

Tijdens zijn onderzoek kwam hij een onverwachte en uiterst relevante verwantschap op het spoor tussen dit analoge, ‘huiselijke`materiaal en de esthetiek van de structural cinema, een stroming binnen de experimentele film die veel aandacht heeft voor het materiële en fysieke karakter van het filmen en van het filmmateriaal.

Een reeks experimentele films vormen het resultaat van Wouters`onderzoeksproces. In deze filmsvormen de verbeelding van de natuur en het landschap als drager van dat geheugen een belangrijke rol. Twee films – The Road Back en The Movement of Phill Niblock maakten deel uit van de openbare verdediging voor het behalen van het Doctoraat in de Kunsten voor Maurits Wouters

Met de steun van het FWO-Vlaanderen, RITCS School of Arts (Erasmushogeschool Brussel), de VUB en Kunstenplatform Brussel. Met dank aan Argos en Erfgoedcel Noorderkempen.