Skip to main content
Zoeken

Educatieve master Ward brengt verslag uit: Gevangenisproject Begijnenstraat

poort gevangenis
  • Verhaal

In het kader van mijn thesis organiseerde ik dit jaar (2023-2024), samen met twee klasgenoten uit de educatieve master, artistieke opdrachten voor een groep gedetineerden in de gevangenis van Antwerpen.


Daarvoor waren uren vrijgemaakt in het educatieve programma van gevangenis Begijnenstraat, maar inhoudelijk stond er nog niets vast. Mijn medestudenten, Orlan en Manon, komen uit muzikale richtingen, respectievelijk jazzpercussie en klassieke piano, en ikzelf uit creatief schrijven. Door die combinatie leek het ons een boeiende wisselwerking als we met de participanten naar een hoorspel zouden toewerken. Daarbij zou ik schrijfoefeningen voorzien en mijn collega’s muzikale en geluidsopdrachten. Zo probeerden we met de groep tot een geheel te komen.

Na enkele keren was de entrée door metaaldetectoren en deuren die elektronisch voor ons moesten worden geopend een routine en we voelden ons best op ons gemak in het oude gebouw waar toch een bijzonder sfeertje hangt.

"Door de combinatie van creatieve schrijfopdrachten en muzikale en geluidsopdrachten creëren we samen een boeiende wisselwerking."

De vijftien deelnemers die aan de reeks begonnen, verrasten ons aangenaam tijdens de workshops. Ze waren over het algemeen geconcentreerd en respectvol tegenover ons en naar elkaar toe. Er hing al gauw een amicale sfeer waar ruimte was voor mopjes en kennismaking, maar die kon worden teruggeschroefd wanneer we bij opdrachten om concentratie vroegen. Die lijn, tussen focus en gezelligheid, moesten we wel in de gaten houden. We voelden dat de deelnemers wel erg genoten van het sociale contact dat ze elders niet meer vonden.

"Ik leerde dat die creativiteit floreerde door meer beperkingen in de schrijfopdracht op te leggen."

De grootste uitdaging vond ik eruit bestaan om tot een samenhangend eindresultaat te komen, het was de eerste keer dat ik een grote groep begeleidde om samen een werk te maken. We begonnen de reeks met enkele basisbegrippen voor muziek en creatieve teksten en koppelden daar al gauw toegankelijke oefeningen aan. Daarna was het zoeken hoe we deze opdrachten wat diepgaander konden maken zodat ze uitgedaagd bleven en alsnog hun creativiteit de vrije loop konden laten gaan. Daaruit leerde ik dat die creativiteit floreerde door meer beperkingen in de schrijfopdracht op te leggen. Wanneer ze meer handvaten, een duidelijk kader hadden om mee te werken, kwamen er erg ontroerende teksten uit.

"We voelden dat de deelnemers erg genoten van het sociale contact dat ze elders niet meer vonden."

Zo lieten we hen bijvoorbeeld kennismaken met ‘het sonnet’. Deze dichtvorm heeft strakke regels en daarbovenop gaf ik hen een beginzin. Al deze concrete vormvereisten zorgden ervoor dat de participanten op zoek konden gaan naar mooie beelden of gevoelens zonder verdwaald te raken in creatieve vrijheid. Tegen het einde van onze reeks vroeg Manon wat de participanten zoal hadden geleerd tijdens de afgelopen workshops.

Y. vertelde heel gemeend dat de gevangenis tijdens onze lessen even niet lijkt te bestaan.

W. voegde daaraan toe dat de verbeelding die we stimuleren de hoop opwekken alsof we iemand anders zijn. Hij vond het een bijzondere oefening zich in het hoofd van een personage te begeven. ‘En in onze herinneringen!’, sprong F. bij: ‘Ik zat echt vaak terug bij mijn paarden in Tunesië.’

© Ward Ceulers