Indien het zo is dat film kan gedefinieerd worden als de kunst van het (bewegende) menselijk lichaam in een (gekadreerde) ruimte, dan is “de verschijning van de kleine gestalte” altijd van buitengewoon belang. Meer dan eender welke menselijke verschijning reveleert de dwerg de politiek van zien/gezien worden. Bij dwergacteurs is dit altijd een van de belangrijkste problemen geweest: altijd gecast te worden, eerst en vooral als dwerg. Peter Dinklage heeft vedettestatus verworven (Emmy en Golden Globe voor zijn rol in Game of Thrones), nadat hij eerder ook in Station Agent en Living in Oblivion was opgemerkt.
Dwergacteurs traden op in films van “Grote Cineasten” zoals Ingmar Bergman (Tystnaden/De grote Stilte), Federico Fellini (I Clowns) en Luis Bunuel (Simon Del Desierto en Nazarin). Er is ook de opmerkelijke film van Werner Herzog geweest: Auch Zwergen haben klein angefangen. De carrière van Linda Hunt (The Year of Living Dangerously) is van grote betekenis geweest. En lang geleden was er die vreemde Hollywood-regisseur Tod Browning (Freaks, The Unholy Three) wiens films pas de laatste jaren de nodige aandacht hebben gekregen. Casting the Dwarf: Hunky Dory gaat over een fascinatie voor ons lichaam, aan een interesse voor de extreme kijkobsessie van de moderne mens en aan een behoefte om menselijke beeldvorming beter te begrijpen.
Praktische informatie
Casting The Dwarf: Hunky Dory
26.02.2019 om 19.00 uur
Lecture-performance door Bert Beyens
